Volg ons op
Terschelling
U kunt kiezen uit verschillende onderwerpen. U maakt dan kennis met de geschiedenis en bijzonderheden rond het bekendste eiland van Nederland.
bron: www.schylge.com (licht aangepast)

Ontstaan eiland

Enige duizenden jaren geleden was het ontstaan van een zandbank het begin van de geschiedenis van Terschelling. Deze zandbank ontwikkelde zich tot een zandwal, doorsneden door zeegaten. De gaten verzanden en zo kon de huidige vorm in de loop der tijd ontstaan.

Achter de strandwal, waar het water betrekkelijk rustig was, ontstond een wadden- en kwelgebied doordat er deeltjes zand en klei bezonken. De verplaatsing van zand door de wind en het drogen hiervan door de zon zorgde ervoor dat heuveltjes ontstonden die begroeiden met planten die het zand vasthielden. Op deze manier ontstonden de duinen.

Op de plaatsen waar het zoute zeewater niet meer kon komen, kon de regen het water ontzilten. Er ontstond een zoetwatervoorraad in de grond. Door de stijging van het zeewater steeg ook het grondwaterpeil. Hierdoor ontstonden laagjes veen. Door stuifmeelonderzoek uit deze veenlagen is het mogelijk na te gaan wat voor planten er groeiden. Het in alle veenlaagjes aangetroffen stuifmeel van planten zoals weegbree is een duidelijke aanwijzing voor menselijk bewoning.

De eerste nederzettingen ontstonden op de hogere gronden, gevormd door de oude duinen: Seerijp (Stryp), Kinnum, Kaard (Kaart), Hee en Horp. Midsland en Baaiduinen liggen ook op oude duinen, maar zijn pas in respectievelijk de late middeleeuwen en de 19e eeuw ontstaan.

Door stormvloeden die na de elfde eeuw optraden werden de bouwsels van de zee en wind weer afgebroken en ontstond de waddenzee. De noodzaak tot het bouwen van dijken ontstond. Het zand dat door de afbraak vrijkwam, kwam langs de kust terecht waar de wind er duinen van kon vormen, hoger en anders van vorm dan de oude duinen. Hierop liggen: Landerum, Formerum, Lies, Hoorn en Oosterend.

Uit onderzoek van de veenlagen, op de plaats waar vroeger een met de zee in verbinding staande geul liep, is gebleken dat de oudste veenlagen dateren uit de periode 1280-1390. Aangezien veen in zoetwater gevormd wordt is dat een aanwijzing op dijkaanleg in die tijd.

West-Terschelling is ontstaan op een hoge zandplaat, de Schelling, die van de rest van het eiland werd gescheiden door een uitstrekkende duinformatie. Het Grootduin is hiervan het restant. Enkele verdwenen gehuchten zijn: Wolmerum, Stattum, Schittrum en Stortum. Stortum verdween als laatste, in het begin van de 19e eeuw.

Kaarten van Terschelling

Vroeger waren de kaarten niet nauwkeurig getekend. Ze dienden toen meer voor als voorbeeld en vermaak. De kaarten toonden wel de opvallend lange duinenvrij.

De eerste kaart waarop enkele bijzonderheden te vinden waren dateerd uit 1529/1530. (De kaart links komt uit 1540) De kaart is waarschijnlijk een kopie van een bestaande kaart, wat in die tijd een gewoonte was aangezien het opmeten van land een enorm karwei was, waarop bevindingen van de maker ingetekend zijn.

Ondanks het feit dat Terschelling op vele oude (zee)kaarten voorkomt, zijn er maar weinig die meer duidelijkheid geven over hoe het eiland er precies uitzag. Op de zeekaarten ging het om de richting waarin een, als landmerk dienende toren, gezocht moest worden.

Pas in 1794 ging landmeter Jan Peereboom Boudewijnzoon over tot tot het in kaart brengen van Terschelling en Vlieland. Dit werd de eerste vrij nauwkeurige kaart waarin de plaatsen van de dorpen juist zijn weergegeven.

Ontstaan van de museum

Het begon allemaal op 11 juli 1938, de opening van Het Behouden Huys, een Cultuur Historische Tentoonstelling. De drijvende kracht was Gerrit Knop, Terschellinger van geboorte, woonachtig in Amsterdam.

Een deel van het tentoongestelde was afkomstig uit de verzameling van Wouter van Dieren, een andere drijvende kracht en tevens Terschellinger-aan-vaste-wal. De tentoonstelling werd een groot succes en in 1939 herhaald.

Op 5 mei 1939 is door Gerrit Knop en Jan Lieuwen een stichting in het leven geroepen "Schellinger Cultuur-Historisch Museum Het Behouden Huys". Door middel van een formule werd de verdeling van de leden van het bestuur (Westers, Oosters, overigen) vastgesteld.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog lag het werk van de stichting stil. De verzamelde voorwerpen vonden een onderkomen in de hervormde kerk van Midsland.

Het huidige pand is in 1950 door de gemeente, met hulp en subsidie van het toenmalige Ministerie van Onderwijs, aangekocht en gerestaureerd. Daarvoor was het gebruikt als kolenopslag. In 1954 kwam ook de naastgelegen woning leeg. Het huis werd gerestaureerd en bij het museum gevoegd. De stichting werd in hetzelfde jaar opgeheven en de bezittingen werden overgedragen aan de gemeente.

©2022 v.d. Sluis Vakanties Drachten. Webdesign: G.J. Keizer